Inmiddels hebben we de zomerperiode al weer enige tijd achter ons gelaten en nadert het einde van het jaar met rasse schreden. Een hernieuwde uitnodiging aan VLR om mee te werken aan een richtlijn voor veilige demontage van liftinstallaties in bouwwerken, hebben bestuur en arbocommissie intussen willen omarmen.
Eerder zag VLR binnen dit initiatief alleen een rol als meelezer voor zich weggelegd, gezien het reeds bestaande eigen Doelvoorschrift. Een nieuw dodelijk ongeval met een slooplift te Maastricht in juni van dit jaar én de deelname van Rijksvastgoedbedrijf (RVB) en Inspectie SZW aan dit initiatief zijn voor VLR echter aanleiding om aanvullend en directer te gaan participeren.
Wat tevens meespeelt, is dat de Europese Commissie heeft besloten dat op basis van de evaluatierapportage van de richtlijn liften zij geen aanleiding ziet om de richtlijn liften te herzien. De geconstateerde tekortkomingen zouden volgens de Europese Commissie kunnen worden ondervangen door aanpassingen in de machinerichtlijn (dat kan omdat de richtlijn liften verwijst naar de machinerichtlijn). Gegeven deze ontwikkeling is het dan ook nu niet mogelijk om de richtlijn liften gewijzigd te krijgen en daarin eisen op te nemen over de ontmanteling van liften en liftinstallaties.
De focus ligt daarom nu op de machinerichtlijn. Ten aanzien van de machinerichtlijn wordt een initiatief van de Europese Commissie verwacht na de verkiezingen voor het Europees Parlement in 2019. Het ernstige ongeval te Maastricht noopt onder andere met een eigen nationale richtlijn die regels stelt voor de veilige demontage van liftinstallaties echter tot snellere actie. De omgang met liften, zeker ook in een situatie van sloop of demontage, kan niet veilig genoeg zijn.