15 februari 2019 2 min.

Technische Commissie VLR over noodzaak betrouwbare remcontrole-voorziening

Tijdens modernisering worden regelmatig bestaande liften uitgerust met een geregelde aandrijving. Bij installaties die volgens een oudere norm worden gekeurd, is een remcontrole-voorziening dan niet verplicht. Een remcontrole-voorziening stelt vast of de rem tijdens de rit ook daadwerkelijk open gaat. Onderzoek heeft aangetoond dat afwezigheid van een goed functionerende remcontrole-voorziening niet zonder risico’s is. Er blijken namelijk installaties te bestaan waar de liftmachine en motor zo sterk zijn, dat deze in staat zijn om de remtrommel of remschijf onder een niet bekrachtigde rem door te trekken. Met andere woorden, de lift gaat rijden terwijl de rem niet open staat.

Het is in de praktijk niet uit te sluiten dat een rem niet opent doordat:

  • De remspoel kan verbranden
  • Een aansluiting in het rem circuit kan losraken of oxideren
  • Een relais of relais contact dat de remspoel schakelt defect kan raken

Wanneer dit niet zou worden gedetecteerd door de besturing en de machine onder de rem door kan trekken, zal in een zeer korte tijd de rem dusdanig slijten dat deze vervolgens niet meer werkt. Bij een niet geregelde aandrijving zal remslijtage resulteren in ongelijk stoppen van de lift. Dit wordt onmiddellijk opgemerkt door de gebruikers. Bij geregelde installaties remt de regeling de lift af en wordt de rem slechts gebruikt om de lift voor de verdieping te houden en als noodrem in bijzondere omstandigheden. Het falen van de rem wordt dan pas duidelijk wanneer er bijna geen remkracht meer over is in een noodsituatie. Dit kan gevaarlijke situaties opleveren.

Sinds 3 oktober 2017 is het beoordelen van de remmen tijdens de periodieke- en modificatie keuring vastgelegd via de publicatie van Schema Interpretatie SI-15:2017 op de website van SBCL. Deze Schema Interpretatie is onlangs gewijzigd in SI-15:2019. In de nieuw gepubliceerde SI-15 is de methode van testen niet langer voorgeschreven. De extra rem beoordeling omvat nu voor liften met een geregelde aandrijving met een bouwjaar voor 2012:

  1. Controle deugdelijke werking remcontrole-voorziening
  2. Indien van toepassing het signaleren dat een deugdelijk werkende remcontrole-voorziening ontbreekt

Gelijkwaardige oplossingen zijn toegestaan, voor zover de gelijkwaardigheid bij de keuring telkens aantoonbaar is.

Opvolgen advies niet verplicht, wel aan te raden

De Schema Interpretatie geeft tevens drie mogelijke formuleringen die de CBI’s in hun rapportage kunnen gebruiken bij het niet aanwezig zijn of niet correct zijn van de remcontrole-voorziening. In alle gevallen is dit bedoeld als informatie aan de gebouweigenaar, deze kan zelf besluiten of en wanneer hij maatregelen neemt om het gesignaleerde risico weg te nemen. Ondanks dat dit een advies is, brengt dit wel een verantwoording mee voor eigenaar. Het zal maar gebeuren dat de lift een ongecontroleerde beweging maakt met alle gevolgen van dien en de eigenaar is hiervoor gewaarschuwd op het keuringsrapport.

De Technische Commissie van VLR is van mening dat een betrouwbare remcontrole-voorziening een substantiële verhoging van de liftveiligheid bewerkstelligd en op geen enkele lift mag ontbreken.

Lees hier hoe het ook alweer zit met de remcontrole bij de keuring van je lift(en).

Pagina delen
Pagina delen
? Hulp nodig?