Binnen VLR buigt de werkgroep Duurzaamheid zich over dit belangrijke thema binnen de branche. De werkgroep bestaat uit de volgende leden: De werkgroep, onder leiding van VLR-bestuurslid Evert Visser (Mitsubishi Elevator Europe), bestaat verder uit Gert Jan Kroon (TK Elevator Netherlands), Arjan Bergwerf (Mitsubishi Elevator Europe) en Daan den Hertog (DLR Eurlicon). De werkgroep heeft zichzelf tot doel gesteld om voor de gehele branchevereniging een gelijk speelveld te creëren op het gebied van kennis en kunde op alle zaken die spelen bij liften en roltrappen. Er zijn namelijk zo enorm veel normen, wetten en richtlijnen, waardoor het voor veel van ons onmogelijk is om aangehaakt te blijven.

Energiebesparende maatregelen roltrap

Roltrapbedrijven beschikken veelal over rekentools om het energieverbruik en de classificatie door te rekenen. Op basis daarvan ontstaan een aantal opties die het energieverbruik van een roltrap zullen verlagen. Zo kun je een roltrap zuiniger maken door te kiezen voor:

  1. Een motor met hoge efficiëntie;
  2. Een zuinigere overbrenging vanaf de motor naar de tredenband; kies in plaats van een worm-overbrenging voor bijvoorbeeld planetair;
  3. Een ‘lage-snelheid-en stop’-regeling in plaats van vol-continu in bedrijf. Een start/stop regeling heeft pas nut indien er langdurig geen verkeersaanbod is. Het telkens opstarten van de trap vanaf stilstand kost namelijk relatief veel energie, waardoor het aanhouden van een lage snelheid bij tijdelijk geen verkeer duurzamer is;
  4. Bij een belaste trap in neergaande richting moet een roltrap worden afgeremd. Deze energie kan door een regeling met terugvoeding, die remenergie omzet in stroom, aan het elektriciteitsnet wordt teruggeleverd. Bij roltrappen die alleen neerwaarts worden gebruikt, zou de roltrap in theorie energie kunnen opleveren;
  5. Het promoten van trapgebruik bij roltrappen die in opgaande richting worden ingezet (dit is nog gezonder ook).

Duurzame oplossingen

Duurzaamheid is een belangrijk thema voor de branche. VLR en de werkgroep Duurzaamheid hebben zichzelf tot doel gesteld om een gelijk speelveld te creëren op het gebied van kennis en kunde op alle zaken die spelen bij liften en roltrappen. Er zijn namelijk zo enorm veel normen, wetten en richtlijnen, waardoor het voor veel van ons onmogelijk is om aangehaakt te blijven. We gaan daarom in op circulariteit van materialen, duurzame gebouwen en de voordelen van voorspelbaar onderhoud.

  • Circulariteit

    Nederland staat voor de transitie naar een circulaire economie. In een wereld waar de voorraad grondstoffen eindig is moeten we wel richting een circulaire economie en moet iedereen daar in mee. Hoe voorkom je dat restwaarde géén afval wordt? Door het een identiteit te geven. Dit kan door middel van een materiaalpaspoort waarin de herkomst, het productiejaar, het basismateriaal en de initiële waarde is vastgelegd. Het product wordt dan traceerbaar en een asset aan een gebouw. Daarmee vertegenwoordigt het een waarde en is op deze manier aan het eind van de exploitatie niet per definitie afval. Integendeel, het is materiaal dat hergebruikt kan worden.

    Lees verder

  • Duurzame gebouwen

    Steeds meer bedrijven en organisaties vestigen zich graag in een milieuvriendelijk gebouw. Vanzelfsprekend helpt het dan om ook het personeel of de bewoners zo duurzaam mogelijk te vervoeren. Dit kan gerealiseerd worden met energiezuinige en milieuvriendelijk geproduceerde liften, roltrappen en automatische deuren. Via een milieuproductverklaring staat vermeld welke materialen gebruikt zijn in het product en de verpakking en hoeveel precies. Dus het percentage beton, verschillende soorten metalen, zoals ijzer, koper en staal, glas, kunststoffen, rubber, elektronica, karton, hout en materialen zoals verf en lijm.

    Lees verder

  • Voorspelbaar onderhoud

    Waar de liftbranche een groot verschil in kan maken, is het verder doorontwikkelen van voorspellend onderhoud. Met de hedendaagse mogelijkheden om bewegingen en activiteiten te monitoren zijn we in staat om vroegtijdig mogelijke defecten te detecteren. Zo kunnen benodigde werkzaamheden, zoals het tijdig vervangen van onderdelen, met het reguliere onderhoud gecombineerd worden. Door deze werkwijze beperken we het aantal autoritten van de monteur en daarmee de CO2-uitstoot.

    Lees verder

? Hulp nodig?