Maandagavond 22 juni heeft minister Koolmees de Tweede Kamer geïnformeerd over de verlenging van de tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (NOW 2.0).
Wijzigingen ten opzichte van NOW 1.0
De NOW-regeling 2.0 wijkt op een aantal punten af van de NOW-regeling 1.0:
- Het subsidietijdvak wordt verlengd van drie naar vier maanden;
- De loonsom tijdens het tweede subsidietijdvak wordt vastgesteld aan de hand van de loonsom in de maand maart;
- De forfaitaire opslag bovenop de loonsom wordt verhoogd van 30 naar 40%.
Nieuwe voorwaarden
De NOW 2.0 kent ook een aantal nieuwe voorwaarden:
- Een bedrijf dat gebruik maakt van de NOW 2.0 en op grond hiervan een subsidie van € 125.000 of meer, of een voorschot van € 100.000 of meer ontvangt, mag over 2020 geen dividenduitkering aan aandeelhouders doen, geen bonussen of winstuitkeringen doen aan de Raad van Bestuur, bestuur en de directie van het concern en de rechtspersoon of vennootschap en geen eigen aandelen inkopen. Voor werkmaatschappijen van concerns, die hun omzetdaling op werkmaatschappijniveau kunnen berekenen, geldt een dergelijke voorwaarde al voor de NOW 1.0, overigens zonder dat daarbij een grens geldt voor de hoogte van het ontvangen voorschot of de subsidie.
- Deelname aan de NOW 2.0 betekent ook dat de werkgever een inspanningsverplichting heeft om zijn werknemers te stimuleren om aan bij- en omscholing te gaan doen, zodat werknemers zich kunnen aanpassen aan de nieuwe economische situatie.
- Bij grotere ontslagaanvragen wordt een korting op de uiteindelijke NOW-subsidie toegepast. Het totale subsidiebedrag wordt met 5% verminderd als de werkgever in de periode van 30 mei 2020 tot en met 30 september 2020 één of meerdere meldingen als bedoeld in de WMCO doet én gedurende het subsidietijdvak voor 20 of meer werknemers in een WMCO-werkgebied ontslag om bedrijfseconomische redenen aanvraagt. De extra korting wordt niet toegepast als er een akkoord over de ontslagaanvraag is bereikt tussen de werkgever en de belanghebbende vakbonden (of bij gebreke daarvan een andere vertegenwoordiging van werknemers).